Veelgestelde vragen

Mijn sierpleister SKAP is beschadigd en ik zou die willen herstellen, hoe ga ik te werk ?

In geval van plaatselijke beschadigingen in een afwerking met Knauf SKAP is het mogelijk om deze zones met hetzelfde product te herstellen. Op voorwaarde dat de wapeningsmortel en de isolatiepanelen niet beschadigd zijn kunnen wij de volgende procedure aanraden :

  • Het sierpleister op de betrokken zones volledig afkappen, grondig reinigen en ontstoffen.
  • Daarna een laag primer Knauf PG 2 op de droge ondergrond aanbrengen, en minimaal 24 uur wachten alvorens de Knauf SKAP (met dezelfde kleurreferentie) toe te passen.

Een tintverschil tussen de herstelde zones en de rest van de gevel kan niet uitgesloten worden, en dit voor meerdere redenen.  Ten eerste omdat een pleister natuurlijk lichtjes van kleur verandert onder effect van UV-straling en luchtvervuiling, en ten tweede omdat pleisters afkomstig van twee verschillende producties nooit exact dezelfde kleur bezitten.

Indien het resultaat echter esthetisch niet aanvaardbaar is of indien u de kleurreferentie van de bestaande SKAP niet meer kent, kan dit opgelost worden door de gevel te schilderen met de verf Knauf EG 800 (op siliconenbasis) na de herstellingen op het oppervlak, en dit om de tint te uniformiseren. De kleurenkaart van de verf Knauf EG 800 is dezelfde als die voor de Knauf pleisters.

Ik zou graag een cementering aanbrengen op een geverfde ondergrond, is dit mogelijk ?

Het is strikt verboden om een buitenpleister aan te brengen op een geverfde ondergrond, en dit voor verschillende redenen :

  • Sommige verven worden aangetast in een alkalische omgeving. Minerale pleisters behouden tijdelijk een relatief hoge pH-waarde na hun toepassing, wat de verf zou kunnen aantasten en schade zoals barstvorming, onthechtingen, enz. zou kunnen veroorzaken.
  • De hechting van een buitenpleister wordt verzekerd door zijn kleefkracht, maar ook door de mechanische hechting, in die zin dat het pleister in de poriën van de ondergrond dringt om voor een stevige hechting te zorgen. De aanwezigheid van een verf op die ondergrond vermindert of annuleert soms dit effect, met een sterke vermindering van de hechting als gevolg.
  • Niemand kent de kwaliteit van de hechting van de bestaande verf, noch haar vermogen om het gewicht van een buitenpleister te kunnen opvangen.

In het geval van een geverfde ondergrond raden wij u aan om de bestaande verf tot de dragende ondergrond af te kappen, en dit over het ganse oppervlak.

Ik zou graag een donkere/felle kleur willen aanbrengen op mijn gevelisolatiesysteem. Bestaat er een oplossing in de Knauf gamma ?

Om de vraag naar donkere en/of felle kleuren tegemoet te komen, heeft Knauf het product Knauf Fassadol TSR ontwikkeld. Door haar specifieke eigenschappen kan deze gevelverf op basis van siloxaan een groot deel van de zonnestraling weerspiegelen, en hierdoor de thermische spanningen in het gevelisolatiesysteem verlagen. Deze verf moet altijd op een witte sierpleister aangebracht worden ; raadpleeg de technische fiche van het product  voor de verschillende mogelijkheden.

Dit product heeft een eigen kleurenkaart, die op onze website beschikbaar is.

Is het noodzakelijk om de primer Knauf PG 2 te kleuren ? Indien wel, hoe ga ik te werk ?

De Knauf PG 2 is een primer die het absorptievermogen van het basispleister vermindert en die de hechting van de dunne Knauf sierpleisters verbetert. Het is aangeraden om de Knauf PG 2 te kleuren indien de tint van het afwerkpleister relatief donker is ; doordat de primer van witte kleur is, bestaat het risico om de ondergrond doorheen het sierpleister te zien doorschemeren. Om dit product te kleuren gebruikt men meestal de spuiten van het Knauf ColorMix systeem.

Is het verplicht om een sierpleister te plaatsen op de buitenpleisters van de gamma Knauf MiXem?

Verlichte basispleisters van het type Knauf MiXem AIR en Knauf MiXem Light mogen niet ruw gelaten worden en moeten altijd bedekt zijn met een afwerking. Het is daarentegen wel mogelijk om de ruwe cementlook te behouden met de pleister Knauf MiXem Basic en KnaufMiXem Sub. Wij verwijzen graag naar de technische fiches van deze producten voor alle verwerkingsvoorschriften.

Het is echter goed om te benadrukken dat de pleisters MiXem Basic en MiXem Sub niet op alle ondergronden aangebracht kunnen worden ; ze zijn bv. niet geschikt voor ondergronden opgebouwd uit licht metselwerk zoals cellenbeton en sommige types snelbouwsteen.

Kan ik de spuiten Knauf ColorMix gebruiken om de verven Knauf EG 800 of Knauf Minerol te kleuren ?

De spuiten Knauf ColorMix mogen alleen gebruikt worden om de producten Knauf SKAP wit 102 en Knauf PG 2 te kleuren. Voor beide producten dient de volledige inhoud van de spuit gebruikt te worden.

Knauf ColorMix mag niet gebruikt worden om de andere verven van de Knauf gamma te kleuren, zoals Knauf EG 800 of Knauf Minerol, omdat de componenten van de verven niet compatibel zijn met het kleurconcentraat Knauf ColorMix. Het verkregen resultaat kan in geen enkel geval gegarandeerd worden, daar het niet homogeen en niet stabiel in de tijd blijft.

Wij wensen u eraan te herinneren dat de Knauf EG 800 en de Knauf Minerol in de meeste tinten van de Knauf Standard/Classic kleurenkaart beschikbaar zijn.

Is het mogelijk om buitenpleisters van de Knauf MiXem gamma in het kader van gevelisolatiesystemen (ETICS) toe te passen ?

Nee. In geen enkel geval kunnen deze pleisters in dit kader aangebracht worden. Deze zijn veel te zwaar en veel te hard om op isolatiepanelen (van eender welke aard) geplaatst te kunnen worden ; het risico op allerlei schade op zeer korte termijn (onthechtingen, barstvorming aan het oppervlak en in het pleister, …) is heel groot.

Wat zijn de verschillende mogelijkheden voor de toepassing van een buitenpleister op een gevel in cellebetonblokken ?

Knauf biedt twee verlichte buitenpleisters aan om de basislaag op dit type ondergrond uit te voeren, namelijk de Knauf MiXem Light en de Knauf MiXem AIR. De keuze van het pleister zal volgens de weerstandsklasse van de blokken gemaakt moeten worden.

De Knauf MiXem Light wordt toegepast op cellenbetonblokken van een minimale klasse C4/550, en is dus niet geschikt voor ondergronden met een klasse C2 of C3. Hiervoor heeft Knauf het product Knauf MiXem AIR speciaal ontworpen ; deze kan dus op blokken van een minimale klasse C2/300 volgens onze voorschriften aangebracht worden. Alvorens deze pleisters te plaatsen zal de ondergrond eerst behandeld worden met de primer Knauf Neutral, om het zuigvermogen ervan te verminderen en homogeen te maken.

De laag basispleister moet altijd gewapend worden met het glasvezelwapeningsnet Knauf Autex.

Kan ik een nieuwe SKAP pleister aanbrengen op een bestaande SKAP pleister ?

De toepassing van een nieuwe SKAP op een bestaande SKAP is toegelaten op voorwaarde dat de bestaande ondergrond proper, stabiel en droog is. In dit geval is het aangeraden om de ondergrond grondig te reinigen om alle vervuilingen en onstabiele delen te verwijderen, en dit alvorens het nieuwe pleister aan te brengen. De ondergrond laten drogen na het reinigen, en daarna een nieuwe laag SKAP plaatsen.

Het is mogelijk dat het uiteindelijke uitzicht van het pleister licht verschillend is, doordat de bestaande ondergrond (Knauf SKAP) ruwer is dan een traditionele wapeningsmortel (bv. Knauf SupraCem).

Mag ik uw pleisters op een buitenisolatie in XPS (geëxtrudeerd polystyreen) aanbrengen ?

ETICS zijn complete systemen, dit wilt zeggen dat alle materialen bestudeerd en getest werden om met elkaar compatibel te zijn. Knauf heeft geen ETICS systeem met XPS panelen in haar assortiment.

Knauf bezit daarentegen verschillende ETICS systemen (EPS, rotswol, Diffutherm) waarvoor wij alle garanties kunnen bieden. We verwijzen u in die zin naar onze technische fiches en brochures beschikbaar op onze website.

Waar en hoe dien ik het glasvezelwapeningsnet te plaatsen voor mijn buitenbepleisteringssysteem?

De positie van het wapeningsnet in de pleisterlaag is van cruciaal belang. Het net dient zich in het bovenste derde deel van de laag te bevinden ; voor een laagdikte van bv. 15 mm dient het wapeningsnet op min. 10 mm van de ondergrond ingebed te worden (echter zonder zichtbaar te zijn).

De wapeningsbanden moeten met een minimale overlapping van 10 cm geplaatst worden. Ter hoogte van deur- en vensteropeningen in de gevel worden bijkomende wapeningsstroken (+/- 30 x 50 cm) diagonaal in de hoeken ingebed, teneinde deze kritische zones te versterken.

Wat is het verschil tussen de MiXem Light en de MiXem Basic?

Deze pleisters zijn allebei op basis van kalk en cement, en kunnen zowel binnen als buiten toegepast worden. Het grootste verschil ligt in de aanwezigheid van polystyreenbolletjes in de Knauf MiXem Light, wat het product lichter maakt en bijgevolg geschikt is op lichtere ondergronden (snelbouwstenen, sommige types cellenbeton, enz.).

De verwerking van de Knauf MiXem Light wordt vergemakkelijkt door zijn lichtere karakter, onder andere wat betreft het vlakzetten met de afreilat. Deze eigenschap laat ook toe dat het product in de meeste gevallen zonder hechtmortel kan toegepast worden. De Knauf MiXem Basic is rijker aan cement en dus zwaarder, waardoor een hechtmortel noodzakelijk is om de hechting van het pleister te verzekeren.

De Knauf MiXem Light moet altijd afgewerkt worden met een sierpleister, hetgeen niet altijd vereist is voor de Knauf MiXem Basic.

Op welke zijde van isolatieplaat moet ik de kleefmortel aanbregen ?

Er bestaan 2 varianten van isolatieplaten ins ons gamma : panelen met rechte kanten en panelen met tand en groef. De panelen met rechte kanten zijn identiek op beide zijden ; er bestaat dus geen specifieke zijde voor de verkleving van de panelen op de ondergrond.

Wat betreft de tand-en-groef panelen bezitten ze uiteraard een tand en een groef, maar ook een zijde met afgeschuinde kanten. Deze zijde is de zijde waarop de kleefmortel dient aangebracht te worden. De aanwezigheid van deze afgeschuinde kanten belet de mortel om in de voegen tussen te panelen af te vloeien bij het aandrukken van de platen tegen de ondergrond.

Kan ik buitenpleisters in de winterperiode aanbrengen ?

In theorie is de toepassing van buitenpleisters niet verboden in de wintermaanden. Men dient echter bijzonder voorzichtig te blijven, omdat de weersomstandigheden meestal niet gunstig zijn om deze producten probleemloos te verwerken. Voor de grote meerderheid van de producten is het aangeraden om vanaf + 5 °C (voor de luchttemperatuur en de ondergrondtemperatuur) te werken, tijdens de verwerking en de drogingsfase. Regenachtige omstandigheden en vorstperiodes zijn uiteraard uit den boze.

In geval van twijfel over de weersvoorspellingen is het zeker aan te raden om de werken te verplaatsen naar een gunstigere periode.

Kan ik een nieuwe pleisterlaag aanbrengen op een bestaande buitencementering ?

Indien uw bestaande pleister stabiel (geen holklinkende zones, goed hechtend, geen actieve scheuren, voldoende sterk), duurzaam droog, proper, ontstoft en vrij is van elementen die de hechting negatief kunnen beïnvloeden (verf, waterwerende behandelingen, …), is het inderdaad mogelijk om een renovatielaag toe te passen.

Hiervoor is het aangeraden om producten van het SupraCem gamma te gebruiken. Meestal realiseert men een nieuwe wapeningslaag met de Knauf SupraCem (in combinatie met het wapeningsnet Knauf Isoltex) in een dikte van 5 à 7 mm. Na volledige droging en uitharding van deze pleisterlaag (min. 1 dag per mm dikte in functie van de weersomstandigheden) is het mogelijk om een afwerkingslaag toe te passen (zoals bv. de Knauf SKAP).

Een andere mogelijkheid is het gebruik van de Knauf SupraCem PRO voor de wapeningslaag en de afwerking, omdat dit pleister in de massa getint kan worden volgens onze kleurenkaart. In de overeenkomstige technische fiche zult u meer details vinden over de exacte verwerking.

Dit type renovatie blijft echter vaak een delicate oefening, en wij raden u bijgevolg aan om contact op te nemen met onze technische dienst alvorens de werken op te starten, teneinde de verschillende mogelijkheden te bestuderen.

Kan ik overeenkomstige RAL referenties vinden voor de Knauf kleuren ?

De beschikbare kleuren voor onze buitenpleisters zijn geklasseerd volgens onze eigen kleurenkaart : Knauf Standard/Classic. Het is bijgevolg niet mogelijk een exacte overeenkomst te geven met referenties afkomstig van andere kleurensystemen (bv. RAL, NCS, Pantone of andere). De RGB referentie van de betrokken Knauf kleur kan wel bepaald worden. Deze RGB referentie is een combinatie van 3 waarden, die respectievelijk overeenkomen met het niveau van rood, groen en blauw in de kleur. Hiervoor kunt u contact opnemen met onze Technical Competence Center via volgend mailadres : [email protected]

Een kleurenvergelijking blijft steeds een moeilijke en delicate oefening. De perceptie van een kleur is verbonden aan de reflectie van het licht op het oppervlak. In dat opzicht moeten er dus meerdere externe factoren in acht genomen worden, onder andere de ruwheid/gladheid van het oppervlak, de glansgraad, aard van de afwerking (mineraal of organisch), aard van de ondergrond, oriëntatie van het oppervlak, enz. Het is daarom altijd aangeraden om ter plaatse een vergelijking te maken op basis van de gekozen kleurreferentie (RAL, NCS, KNAUF, enz.) en eventueel de keuze te verfijnen op basis van reële kleurstalen.

Haarscheurtjes op sierpleisters : wat is aanvaardbaar ?

Fijne barstvorming is een fenomeen dat zich mogelijk kan voordoen op sierpleisters die worden geplaatst op basispleisters in buitenbereik. Dit komt vooral voor bij pleisters op basis van een hydraulisch bindmiddel (kalk- of cementrijke producten). Meestal uit zicht dit in de vorm van een willekeurig net van haarscheurtjes, deels of over het ganse oppervlak. Het ontstaan van deze haarscheurtjes wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals de aard van het sierpleister, ongunstige drogingsomstandigheden (felle wind, hoge temperaturen, …) of de verwerking (hoeveelheid water, type werktuigen, …). Volgens de geldende richtlijnen zijn stabiele haarscheurtjes met een breedte kleiner als 0,2 mm en met een beperkte lengte aanvaardbaar en zullen dergelijke fijne barsten geen afbreuk doen aan de technische en mechanische eigenschappen van het systeem. In de meeste gevallen zullen dergelijke barsten eerder zorgen voor een esthetisch ongemak (des te meer indien de afwerking een fijne korrelgrootte bezit), hetgeen beperkt kan worden door de toepassing van een egaliserende en overbruggende verf (zoals Knauf Faserfarbe).

Wanneer voorziet men uitzettingsvoegen in ETICS systemen ?

Uitzettingsvoegen in gevelisolatiesystemen worden in de volgende gevallen uitgevoerd :

  • Indien een beweging- of uitzettingsvoeg reeds aanwezig is in de ondergrond, dient deze voeg doorgetrokken te worden in het ETICS systeem.
  • Wanneer de gevelisolatie op twee verschillende ondergronden moet aangebracht worden. Ter hoogte van de aansluiting tussen deze ondergronden (bv. tussen een metselwerk en een houtskeletbouw) dient er eveneens een voeg voorzien de worden in het isolatiesysteem.
  • Op plaatsen waar men hoge spanningen in het gebouw verwacht (bv. aanzienlijke hoogteverandering, grote uitkraging, …), die bijgevolg ook hoge spanningen in het pleistersysteem zouden veroorzaken.

Op de bovenvermelde plaatsen wordt dus een uitzettingsvoeg uitgevoerd over de gehele dikte van het isolatiesysteem. Het is van belang dat deze voegen waterdicht blijven, teneinde de duurzaamheid van het gevelisolatiesysteem te kunnen verzekeren.

Om dit type voeg te realiseren randen wij u aan om het uitzettingsprofiel in glasvezel Knauf te gebruiken, zoals in onderstaande schets te zien :

schéma profile mouvement NL.png

profile dilatation fibre de verre.jpg

Wanneer SKAP LTI gebruiken?

De Knauf SKAP LTI is een afwerkpleister op basis van siliconenharsen, net zoals de klassieke SKAP. Het is eveneens een gebruiksklaar en pasta-achtig product, verpakt in emmers van 25 kg. Terwijl de traditionele SKAP bij temperaturen van + 5 °C tot + 30 °C aangebracht wordt, bezit de SKAP LTI specifieke eigenschappen die het toelaten om het product bij minder gunstige weersomstandigheden toe te passen, nl. een relatieve luchtvochtigheid van max. 90 % en lucht- en ondergrondtemperaturen van + 1 °C tot + 15 °C. Door zijn kenmerken kan de SKAP LTI geplaatst worden tijdens het najaar en in het begin van de winter, op voorwaarde de de lucht- en ondergrondtemperatuur niet onder + 1 °C vallen, zowel tijdens de verwerking/plaatsing als tijdens de drogingsperiode van het pleister. De SKAP LTI kan ook zonder probleem gekleurd worden door middel van de ColorMix spuiten. Voor meer informatie over dit product verwijzen wij graag naar de technische fiche.

Waarom steeds complete systemen gebruiken bij gevelisolatie ?

De gevelisolatiesystemen van Knauf zijn gecertifieerde systemen, waarvan de componenten onderling op elkaar afgestemd zijn en uitvoerig getest worden. Het is dus belangrijk om steeds alle componenten van één fabrikant te nemen en deze te verwerken volgens de voorgeschreven richtlijnen. Op die manier kan de firma Knauf garant staan voor de prestaties van het systeem en kan de verwerker of eindgebruiker beroep doen op de technische ondersteuning tijdens de verwerking en uitgebreide dienstverlening achteraf.

Check onze systeembrochures op onze website, of neem contact op met uw vertegenwoordiger voor meer informatie over onze gevelisolatiesystemen.

Wat is de Knauf SKAP ULTRA ?

Net zoals de traditionele Knauf SKAP is Knauf SKAP ULTRA een korrelachtig pleister op basis van siliconenhars, onder de vorm van een gebruiksklare pasta verpakt in emmers van 25 kg. Door zijn bijzondere samenstelling zorgt de Knauf SKAP ULTRA voor een verhoogd waterwerend karakter in vergelijking met de traditionele Knauf SKAP. Door deze eigenschap bezit het pleister een parelend effect, waardoor het water sneller van de gevel wordt afgevoerd ; dit zorgt ook voor de eliminatie van een deel van het vuil en van de stofdeeltjes op het pleisteroppervlak. Dit maakt dat de gevels langer proper blijven, maar het verlaagt tevens hun gevoeligheid voor de ontwikkeling van algen en schimmel.

De skap ULTRA kan getint worden door middel van de COLORMIX spuiten.

Voor meer informatie over dit product verwijzen wij graag naar de technische fiche van het product.

Moet het buitenschrijnwerk vóór of na de installatie van een gevelisolatiesysteem worden geplaatst ?

Het aanbrengen van gevelisolatie moet worden gezien als de uiteindelijke bescherming van de ondergrond. Dit betekent dat alle gevelelementen vooraf moeten worden geplaatst, met inbegrip van al het buitenschrijnwerk, om waterdichte aansluitingen tussen de ETICS en de kozijnen te kunnen uitvoeren.

Om een waterdichte aansluiting te garanderen, wordt een dichtingsband aangebracht die tussen het schrijnwerk en de isolatie moet worden ingedrukt. Om deze aansluiting correct te kunnen realiseren, dient de beschikbare breedte op het kozijn van het raam voldoende te zijn, d.w.z. min. 2 cm.

Bij de aansluiting tussen het pleister en het schrijnwerk moet een stopprofiel in combinatie met een soepele voeg worden gebruikt, of een flexibel voegprofiel dat rechtstreeks op het raamkozijn wordt verlijmd.

Het is duidelijk dat deze aansluitingen niet correct kunnen worden uitgevoerd zonder dat de kozijnen vóór het gevelisolatiesysteem geplaatst zouden worden.

Vervolgens is een goed onderhoud van de soepele voegen van essentieel belang.

Wat houdt de ATG voor ETICS-systemen in?

Technische Goedkeuringen (ATG) betreffen unieke, innovatieve en complexe producten en systemen en hebben als doel de Belgische bouwsector in te lichten over de gebruiksgeschiktheid voor de beoogde toepassing van het bouwproduct of het systeem waarbinnen het product wordt gebruikt, over het feit dat het in overeenstemming is met de Belgische wetgeving voor werken en dat het kan worden geïnstalleerd, geïncorporeerd, uitgevoerd of gemonteerd in overeenstemming met de algemeen toepasselijke Belgische regels der kunst en zonder onnodige risico’s. Deze certificatie gebeurt steeds op vrijwillige basis.

Een ATG is alleen geldig voor een specifiek product of constructief systeem, van een specifieke fabrikant, voor een specifieke duur en een specifieke toepassing.

Het gecertificeerde product, materiaal of systeem krijgt een technische goedkeuring die met het ATG-logo op het product, de verpakking of het bijhorend document wordt weergegeven. Het ATG-merk wordt door de BUtgb (Belgische Unie voor de Technische Goedkeuring in de Bouw) beheerd en de ATG’s zijn vrij beschikbaar op hun website.

In ons gamma van gevelisolatiesystemen kunnen wij 2 systemen aanbieden die een ATG bezitten:

Welke cementering kiezen in functie van de mechanische weerstand van de ondergrond?

In ons assortiment van MiXem basiscementpleisters bestaan er verschillende varianten:

  • MiXem AIR
  • MiXem Light
  • MiXem Basic
  • MiXem Sub

Deze producten kunnen niet altijd op alle metselwerken gebruikt worden. Algemeen gezien is de mechanische weerstand van de ondergrond (gelinkt aan de densiteit ervan) een belangrijke parameter in de keuze van een geschikt pleister. De toepassing van relatief harde pleisters op te “lichte” ondergronden kunnen in sommige gevallen leiden tot problemen van barstvorming, omwille van te grote spanningen die niet kunnen opgevangen worden door de ondergrond. Voor zeer lichte ondergronden (zoals cellenbeton, lichte snelbouwstenen, …) is het steeds aangeraden om de voorkeur te geven aan verlichte pleisters zoals de MiXem AIR of de MiXem Light (minimale densiteit van de ondergrond: respectievelijk 300 en 500 kg/m³). Voor traditionele metselwerken in volle baksteen of betonblokken zal men doorgaans zowel met Knauf MiXem Basic als met Knauf MiXem Sub kunnen werken (minimale densiteit van de ondergrond: respectievelijk 800 en 1400 kg/m³).

Het is dus van belang om de aard en kenmerken van de ondergrond goed te kennen (waaronder qua densiteit) om het correcte MiXem cementpleister te gebruiken.

Voor bijkomende informatie, raadpleeg ons artikel over het gamma MiXem.

Kan ik een waterwerende cementering aanbrengen op een tuinmuur?

Met "tuinmuur" wordt bedoeld beperkte oppervlakken en geen volledige gevels of wanden met grote oppervlakken, die onderhevig zijn aan aanzienlijke hygrothermische variaties.

Het gebruik van onze cementgebonden pleistersystemen op een tuinmuur is mogelijk rekening houdend met bepaalde aandachtspunten.

  1. Gebruiksvoorwaarden

Zorg er allereerst voor dat de ondergrond geschikt is om te worden gecementeerd, waarbij volgende voorwaarden van belang zijn. De ondergrond moet :

  • stabiel zijn (zonder barsten);
  • voldoende mechanische weerstand hebben;
  • proper zijn en vrij van elementen die de hechting van het pleister kunnen belemmeren (verf, waterafstotende producten, oud en instabiel pleister, uitbloeiingen, ...);
  • droog zijn bij het pleisteren en dit ook in de tijd blijven. Met andere woorden, de ondergrond mag niet onderhevig zijn aan opstijgend vocht (controleer bijvoorbeeld of er een waterdichtingsmembraan aan de muurvoet aanwezig is) en moet duurzaam worden beschermd door een geschikte deksteen.

2. Toepassing van waterwerende cementering

Als aan al deze voorwaarden is voldaan, kan het pleistersysteem aangebracht worden volgens de volgende procedure:

  • Schraap/borstel en reinig de ondergrond indien nodig;
  • Breng een laag hechtmortel aan met Knauf SupraCem Sub in 5 mm dikte en kam die horizontaal op vóór de uitharding. Laat deze laag drogen (min. 1 dag/mm dikte) alvorens verder te gaan.
  • Knauf MiXem Sub in min. 15 mm aanbrengen, vlakzetten en opschuren. Het gebruik van het Knauf Autex wapeningsnet, geplaatst in het buitenste derde deel van de pleisterlaag, is steeds aanbevolen, zeker op oud en bestaand metselwerk. Het gebruik van een wapeningsnet zal ook helpen het risico op barsten in het pleister aanzienlijk te verminderen.

Het bovenstaande pleistersysteem is, net zoals onze meeste gevelpleisters, waterwerend, maar ze blijven capillair. Daarom moet men vermijden dat het pleistersysteem in direct contact staat met de grond of met een oppervlak waar water zou kunnen stagneren. In die zin is de plinthzone altijd een delicaat punt dat aan de situatie moet worden aangepast. Hiervoor, verwijzen wij u naar de volgende artikel : welke opbouw voor de plintzone?

Voor specifieke situaties of in geval van twijfel helpt hetTechnical Competence uw graag verder. Neem contact op via : [email protected]

Hoe de stootvastheid van een ETICS sokkelzone verbeteren ?

Onze gevelisolatiesystemen bieden een stootweerstand conform de geldende normen in België. Deze verschillende stootvastheidsklassen zijn opgenomen in de Algemene Technische Goedkeuringen (ATG) die betrekking hebben op onze ETICS-systemen. Deze ATG's zijn op verzoek verkrijgbaar. In bepaalde specifieke situaties waar de sokkelzones blootgesteld zijn aan frequentere en/of sterkere schokken (bv. scholen, winkels, ziekenhuizen, ...), kan de opdrachtgever de stootweerstand van het systeem wensen te verhogen. In dit geval kan Knauf een oplossing bieden met het beschermingspaneel voor sokkelzones Knauf Vandalit. Dit paneel, met een formaat van 1250x600x10 mm, is zeer goed bestand tegen externe belastingen. Het wordt rechtstreeks op het Knauf isolatiepaneel verlijmd en mechanisch bevestigd doorheen het systeem, tot in de dragende ondergrond. Wij verwijzen ook naar de technische fiche van Knauf Vandalit, waarin alle verwerkingsvoorschriften vermeld staan.

Gevelisolatieplaten:rechte kanten of systeem van tand en groef?

Voor onze panelen Knauf EPS 032 in het kader van het systeem Knauf Komfort-Wall Graphite bestaan er twee afzonderlijke varianten:

  • Een variant met rechte kanten (EPS 032 RK)
  • Een variant met een tand en een groef (EPS 032 T/G)

Hoewel deze panelen gelijkwaardig zijn vanuit een technisch oogpunt (afmetingen + thermische weerstand), bezitten de T/G-panelen enkele aanzienlijke voordelen qua verwerking.

De aanwezigheid van een systeem met tand en groef zorgt voor een ideale plaatsing van de panelen, waardoor een zo vlak mogelijk isolatieoppervlak wordt verkregen. Aangezien de wapeningslaag relatief dun is (5 – 7 mm), is het belangrijk dat het isolatieoppervlak minimale vlakheidsverschillen vertoont.

Bovendien is de achterkant van de T/G-panelen afgeschuind ter hoogte van de 4 randen. Deze zijde is altijd de hechtzijde van deze panelen, omdat deze afgeschuinde randen het terugvloeien van de hechtmortel in de voegen tussen de panelen voorkomen. Dit verschijnsel moet altijd zoveel mogelijk worden vermeden, omdat het kan leiden tot de vorming van koudebruggen.

Is het mogelijk om een nieuwe cementering aan te brengen op een bestaande buitenpleister?

In het kader van renovaties is het courant om oude buitenbepleisteringen tegen te komen die men wenst te behouden, gezien de stabiliteit en de goede hechting ervan opde ondergrond. Soms wenst men echter om daar een nieuwe pleisterlaag op aan te brengen, bijvoorbeeld om een crepi of een verf laag te plaatsen.

In het algemeen is de duurzaamheid van een pleister rechtstreeks verbonden met de kwaliteit van de ondergrond. Deze moet namelijk droog, stabiel en schoon zijn, en vrij van stoffen die de hechting zouden kunnen verminderen (verf, vet, oliën, enz.), en dient zo ook in de tijd te blijven.

Wat de keuze van de producten betreft, zijn de pleisters uit het gamma Knauf MiXem niet geschikt om over bestaande cementeringslagen toegepast te worden, voornamelijk omwille van de hechting tussen de oude en de nieuwe laag. Voor dit type renovatie verkiest men eerder pleisters van het gamma Knauf SupraCem, voornamelijk Knauf SupraCem en Knauf SupraCem PRO. Deze kunnen in +/- 5 mm dikte worden aangebracht als gewapende renovatielaag (in combinatie met het wapeningsnet Knauf Isoltex), en maken het mogelijk om een pleister- of verfafwerking aan te brengen, afhankelijk van de keuze van het product.

Als het echter nodig is om het bestaande pleisterwerk recht te zetten, zijn SupraCem producten geen optie vanwege hun beperkte maximale dikte (ca. 10 mm). In dit geval is het raadzaam te werken met een Knauf MiXem pleister (meestal Knauf MiXem Light of Knauf MiXem Basic), aangebracht op een pleisterdrager zoals Knauf Stucanet SN.

Hoe behandel ik de vergroening van mijn gevel ?

De vergroening van een bepleisterde gevel is het resultaat van de ontwikkeling van micro-organismen op deze, en meer bepaald algen. Dit is een natuurlijke vervuiling die meer of minder snel kan optreden, afhankelijk van verschillende factoren die verbonden zijn aan de gevel zelf, maar ook van externe factoren. Hoewel de aanwezigheid van deze algen geen invloed heeft op de technische functie van het pleister of de isolatie, vormen ze toch een esthetische hinder die moet worden verwijderd. Om deze biologische vervuiling te elimineren is een gewone reiniging van de gevel met helder water niet voldoende. Een reiniging met een geschikt product, zoals onze Knauf Algo-Stop, is noodzakelijk.

Dit is een gebruiksklare oplossing voor het verwijderen van micro-organismen op bepleisterde buitengevels. Alvorens de gevel te behandelen, moet het pleister eerst worden gereinigd met de Knauf Façade Cleaner (conform de plaatsingsvoorschriften van de technische fiche) om onstabiele resten en ander vuil van de gevel te verwijderen en een betere werking van Knauf Algo-Stop mogelijk te maken. De gevel vervolgens afspoelen met een waterstraal onder druk (gebruik een vlakstraal met sproeihoek van minsten 40° , ca. 50 bar op min. 40 cm afstand) en laten drogen voordat de behandeling met Knauf Algo-Stop wordt aangebracht.

Na de toepassing van de Knauf Algo-Stop hoeft de gevel niet noodzakelijk te worden gespoeld. U kunt het product bijgevolg op de gevel laten zodat het blijft inwerken. Om dit product volgens de voorschriften toe te passen, verwijzen wij naar de bijhorende technische fiche. Indien u de crepi na de behandeling wenst te schilderen, dient het product in alle gevallen afgespoeld te worden (zelfs na enkele dagen), en dit met behulp van een waterstraal onder druk onder dezelfde omstandigheden als hierboven vermeld.

Is het mogelijk om steenstrips op isolatie aan te brengen?

De noodzaak om bestaande woningen te isoleren is een groot aandachtspunt op de huidige en toekomstige markt. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te verwezenlijken, waaronder het isoleren van de gevelmuren, zowel langs binnen als langs buiten. Beide technieken hebben hun voor- en nadelen; voor meer informatie over dit thema verwijzen wij naar ons artikel "Renovatie van een woning: hoe buitenmuren isoleren?".

Wanneer buitenisolatie verkozen wordt dient men een afwerkingsmethode te gebruiken die de isolatie zal beschermen. Hoewel een afwerking door middel van een crepi zeer courant is, krijgen wij vaak de vraag of het mogelijk is om steenstrips aan te brengen op onze gevelisolatie.

Knauf bezit inderdaad een gevelisolatiesysteem dat afgewerkt kan worden met steenstrips of betegeling, nl. het systeem Knauf Komfort-Wall Brick. Om dit type systeem te kunnen toepassen moet echter aan bepaalde criteria worden voldaan en dient de uiteindelijke bekleding, of deze nu uit steenstrips of uit tegels bestaat, ook aan verschillende voorwaarden voldoen. Voor meer informatie verwijzen wij naar de technische brochure van Knauf Komfort-Wall Brick systeem.

Isolatie: wat betekenen de U- en R-waarde ?

De begrippen U-waarde en R-waarde komen vaak voor in het thema van isolatie, onder andere i.v.m. de premies die door de gewesten worden toegekend. Deze concepten zijn echter relatief eenvoudig te begrijpen.

 

De thermische weerstand, of R-waarde, van een isolatiemateriaal (of zelfs van een volledige wand) geeft aan in hoeverre de warmteoverdracht door dat element zal worden beperkt; hoe hoger deze waarde is, hoe beter de isolatie presteert. De U-waarde (of warmtedoorgangscoëfficiënt) geeft de hoeveelheid warmte aan die doorheen een oppervlak loopt. De relatie tussen deze twee grootheden is vrij eenvoudig, daar ze elkaars omgekeerde zijn:

 

R = 1/U of U = 1/R

 

Om een concreet voorbeeld te nemen zullen we kijken hoe we de R-waarde kunnen bepalen van een isolatiepaneel Knauf EPS 032 van 180 mm dikte:

 

Hiervoor hoef je alleen maar de dikte van de isolatieplaat te kennen, evenals zijn lambdawaarde (λ). Deze informatie is altijd beschikbaar in het technische gegevensblad van het isolatiepaneel.

 

De berekening gebeurt als volgt:

 

DIKTE (in meters) / λ-WAARDE (in W/m*K) = R-WAARDE (in m²*K/W)

 

0,180 m / 0,032 W/m*K = 5,625 m²*K/W = R-WAARDE

 

Zoals hierboven vermeld wordt de U-waarde eenvoudig bepaald door het omgekeerde van de R-waarde te nemen:

 

1 / 5,60 m²*K/W = 0,18 W/m²*K = U-WAARDE

Hoe kan ik mijn gevel in crepi reinigen ?

Kan ik mijn gevel reinigen met een hogedrukreiniger (bv. Kärcher)?

Zoals elk materiaal dat aan de weersomstandigheden wordt blootgesteld zal het buitenpleisterwerk onderhevig zijn aan de invloeden van tijd en vervuiling, al dan niet sneller in functie van de gevallen. Daarom is het aanbevolen om de gevels regelmatig te reinigen, bijvoorbeeld om de 1 à 2 jaar, afhankelijk van hun blootstelling.

Dit onderhoud kan met een zachte borstel gerealiseerd worden, maar we laten ook - onder bepaalde voorwaarden - het gebruik van een hogedrukreiniger toe. In dit geval moeten zowel de waterdruk als de spuitafstand zodanig aangepast worden om een beschadiging van het pleisterwerk te voorkomen.

In het algemeen kan ons sierpleister Knauf SKAP gereinigd worden met een straal van 40 tot max. 60 bar, op een afstand van min. 40 cm. Een test op voorhand uitvoeren op een weinig zichtbare zone van het pleister blijft echter steeds raadzaam, om een eventuele beschadiging van het systeem te vermijden.

Dit onderhoud moeten altijd met schoon en koud water gebeuren, en bij mooi weer (droog en zonnig) om de droging van het pleisterwerk na het reinigen te bevorderen.